Gebruikers verifiëren
Voor apps op maat van FileMaker Pro moeten gebruikers zich verifiëren met een combinatie van een accountnaam en wachtwoord. Elk item voor accounttoegang dat u in FileMaker Pro maakt, krijgt toegangsrechten op basis van de bijbehorende privilegeset. Zie Privilegesets definiëren.
Maak een uniek item voor accounttoegang voor elke gebruiker of groep. Hiermee kunt u bijhouden wie individuele records maakt of wijzigt of andere acties in uw app op maat uitvoert. U kunt deze informatie bijhouden door instellingen voor automatische veldinvoer of de functie Get(AccountNaam) te gebruiken in berekeningen en scripts. Zie Functies, scripts en scriptactiveringen gebruiken om de beveiliging te verbeteren.
Met apps op maat van FileMaker kunnen accounts intern, met een externe verificatieserver, met een OAuth-identiteitsprovider of, in het geval van een FileMaker Cloud-host, met de Claris ID-identiteitsprovider worden geverifieerd.
-
Met interne verificatie worden de accountnamen en wachtwoorden in de app op maat zelf opgeslagen. Alle beveiliging voor een app op maat wordt geconfigureerd in FileMaker Pro zonder gebruik van serversoftware. Accounts die met FileMaker-bestanden worden geverifieerd, worden door alle hosts ondersteund, met uitzondering van FileMaker Cloud.
Na vijf ongeldige aanmeldpogingen binnen vijf minuten bij een FileMaker-bestandsaccount, wordt het account tijdelijk voor vijf minuten geblokkeerd. De blokkering heeft alleen invloed op FileMaker-accounts, niet op clients. Gebruikers kunnen een ander geldig account gebruiken om zich bij een client aan te melden. Zie 'FileMaker-bestandsaccounts bewerken' in FileMaker Pro Help.
-
Met externe verificatie (via Open Directory of Active Directory) of met verificatie via een OAuth-identiteitsprovider, worden in FileMaker Pro alleen gebruikers- en groepsnamen opgeslagen. FileMaker-clients werken samen met een externe server of een OAuth-identiteitsprovider om de accountgegevens van een gebruiker te verifiëren. De app op maat moet worden gehost door FileMaker Server en de host moet zodanig worden geconfigureerd dat externe verificatie of individuele OAuth-identiteitsproviders zijn toegestaan. Zie Externe verificatie instellen en Verificatie met een OAuth-identiteitsprovider instellen.
-
Met Claris ID-verificatie en externe IdP-verificatie worden in FileMaker Pro een naam en een UUID (universele unieke id) opgeslagen voor elke gebruiker of groep van Claris ID of de externe IdP waarvoor u een item voor accounttoegang maakt. Wanneer ontwikkelaars van apps op maat gebruikersnamen (e-mailadressen) of groepsnamen wijzigen, hoeven ze de FileMaker Pro-bestanden niet te wijzigen omdat intern UUID's worden gebruikt om gebruikers en groepen te identificeren.
FileMaker-clients werken samen met de Claris ID-identiteitsprovider of externe IdP om de accountgegevens van gebruikers te verifiëren. De app op maat moet worden gehost door FileMaker Cloud. In Claris Customer Console moet een FileMaker Cloud-teambeheerder gebruikers toevoegen aan het team waaraan de host is gekoppeld. Een teambeheerder kan ook groepen met gebruikers maken, zodat een ontwikkelaar van apps op maat accounttoegang kan verlenen aan groepen in FileMaker Pro zonder telkens de app te hoeven bijwerken wanneer gebruikers worden toegevoegd of verwijderd. Zie Verificatie met Claris ID of externe IdP instellen.