Verificatie in apps op maat met meerdere bestanden
In een app op maat met meerdere bestanden hebben FileMaker Pro-bestanden toegang tot elkaar. Dit kan handig zijn, bijvoorbeeld als u een centraal toegankelijk bestand met contactgegevens van medewerkers hebt dat wordt gebruikt door meerdere interne apps.
Als u een bestand opent vanuit een ander bestand (bijvoorbeeld voor het bekijken van externe gegevens of het uitvoeren van een script in een extern bestand), geven FileMaker-clients de referenties die de gebruiker bij het aanmelden heeft opgegeven door aan het tweede bestand. Als de accounttoegang van de gebruiker hetzelfde is, wordt de gebruiker door FileMaker-clients automatisch bij het tweede bestand aangemeld. Als er geen overeenkomstig accounttoegangsitem is, moet de gebruiker zich aanmelden bij het tweede bestand.
Als u dezelfde FileMaker-bestandsaccounts handmatig in meerdere bestanden maakt, maakt u mogelijk fouten bij de gegevensinvoer. U kunt dergelijke fouten vermijden door externe verificatie, verificatie met een OAuth-identiteitsprovider of (als bestanden door FileMaker Cloud worden gehost) Claris ID-verificatie te gebruiken. Zie Externe verificatie instellen, Verificatie met een OAuth-identiteitsprovider instellen of Verificatie met Claris ID of externe IdP instellen.
Bekijk de items voor accounttoegang en privilegesets in elk bestand van een app op maat met meerdere bestanden. Als privilegesets in verschillende bestanden niet overeenkomen of als een account aanvullende privileges heeft in een bestand, krijgen gebruikers mogelijk toegang tot gegevens waartoe ze normaalgesproken geen toegang hebben. Zie Privilegesets definiëren.
Zorg er ook voor dat gebruikers zonder hulp van de app-ontwikkelaar geen verwijzingen naar bestanden in een app kunnen maken. Anders krijgen ze mogelijk toegang tot afgeschermde gegevens. Zie Verwijzingen naar een app op maat beperken.