Testen op SSL-codering
Gebruik de functie Get(VerbindingsStatus) om de codering tussen FileMaker Server of FileMaker Cloud en FileMaker Pro- of FileMaker Go-clients te testen. Hiermee wordt een van de volgende waarden geretourneerd:
-
0 wanneer er geen netwerkverbinding is voor het huidige bestand.
-
1 voor een verbinding die niet is gecodeerd (FileMaker Server met SSL uitgeschakeld, of met een FileMaker Pro-host).
-
2 voor een verbinding die is gecodeerd maar waarvoor het SSL-certificaat voor FileMaker Server kan niet worden geverifieerd. U bent mogelijk verbonden met een server die zich voordoet als het werkelijke doel, waardoor uw vertrouwelijke gegevens risico lopen.
-
3 voor een verbinding die is gecodeerd met geverifieerd SSL-certificaat.
Schrijf bijvoorbeeld een script dat moet worden uitgevoerd wanneer een bestand wordt geopend waarmee de gebruiker wordt gewaarschuwd als de verbinding met FileMaker Server niet veilig is.
De gebruiker ziet mogelijk een slotpictogram in het dialoogvenster Bestand openen van FileMaker Pro , in de rechterbovenhoek van het venster van FileMaker Pro of in het venster Bestand openen van FileMaker Go.
-
is gelijk aan de functie Get(VerbindingsStatus) waarbij 1 wordt geretourneerd.
-
is gelijk aan de functie Get(VerbindingsStatus) waarbij 2 wordt geretourneerd.
-
is gelijk aan de functie Get(VerbindingsStatus) waarbij 3 wordt geretourneerd.
Opmerkingen
-
Als clients het IP-adres van de server gebruiken in plaats van de volledig gekwalificeerde hostnaam, zien ze mogelijk een gecodeerde verbinding waarvan het SSL-certificaat voor FileMaker Server niet kan worden geverifieerd. Als u een gecodeerde verbinding met een gecontroleerd SSL-certificaat wilt zien, moeten uw clients de volledig gekwalificeerde hostnaam toevoegen als een favoriete host in het dialoogvenster Hosts in FileMaker Pro en in het Startpaneel in FileMaker Go.