SSL-codering instellen
Gebruik SSL-technologie voor het versleutelen van de gegevens die worden verplaatst tussen FileMaker Server of FileMaker Cloud, FileMaker-clients, ODBC- en JDBC-toepassingen, REST API-client en OData-clients. Een SSL-certificaat is een gegevensbestand dat is verstrekt door een certificeringsinstantie en waarmee de afzender, ontvanger of beide van een beveiligde transactie digitaal worden geïdentificeerd. SSL-certificaten worden geïnstalleerd op computers waarop FileMaker-toepassingen worden uitgevoerd om beveiligde verbindingen te bieden tussen FileMaker Server of FileMaker Cloud en de FileMaker-clients.
SSL-codering is vooral belangrijk als clients via het internet toegang hebben tot uw gehoste gegevens. Als u geen codering gebruikt, kunnen uw gegevens mogelijk worden bekeken door software waarmee uw netwerk wordt bewaakt.
Als u SSL-codering wilt inschakelen in FileMaker Server, importeert u een aangepast SSL-certificaat. Zie 'Uw gegevens beveiligen' in FileMaker Server Help.
Opmerkingen
-
Deel nooit hetzelfde SSL-certificaat op een FileMaker Server-computer en een computer waarop minder beveiligde netwerkservices worden uitgevoerd, bijvoorbeeld een e-mailserver.
-
Gebruik nooit dezelfde privésleutel om meerdere SSL-certificaten te genereren die worden gebruikt op verschillende computers, bijvoorbeeld FileMaker Server en een e-mailserver. Bij een succesvolle aanval op de e-mailserver lopen dan alle andere certificaten met dezelfde privésleutel ook gevaar.
-
Gebruik in een FileMaker Server-implementatie met meerdere computers een SAN-certificaat (Subject Alternative Name) of een wildcard-certificaat op de primaire computer en de secundaire computers. Anders is voor elke computer in de implementatie een SSL-certificaat nodig dat overeenkomt met de unieke hostnaam.