FileMaker Go 18 Help
Aan de slag met FileMaker Go
Overzicht
FileMaker Go® voert FileMaker-apps op maat uit op iOS-apparaten, zodat u eenvoudig informatie kunt beheren en delen met andere gebruikers, waar u zich ook bevindt. Ontwikkel apps op maat met FileMaker Pro Advanced en gebruik FileMaker Go om met de gegevens aan de slag te gaan op een iOS-apparaat.
Meer informatie over het aanpassen van apps op maat voor gebruik met FileMaker Go vindt u in de FileMaker Go Ontwikkelaarsgids. Ga voor aanvullende FileMaker-documentatie naar het Centrum voor productdocumentatie.
Aantekeningen
- Als FileMaker Pro Advanced niet op uw desktopcomputer is geïnstalleerd, gaat u naar www.filemaker.com/nl/ voor een gratis proefversie.
- FileMaker Cloud is een service die toegang biedt tot aangepaste apps in de cloud die gebruikmaken van FileMaker Pro Advanced, FileMaker Go en FileMaker WebDirect. FileMaker Cloud maakt gebruik van het geïntegreerde FileMaker ID-aanmeldingssysteem om gebruikers te verifiëren en wordt rechtstreeks aangeboden door FileMaker, Inc.
- FileMaker Cloud for AWS is een service die toegang biedt tot aangepaste apps in de cloud die gebruikmaken van FileMaker Pro Advanced, FileMaker Go en FileMaker WebDirect. FileMaker Cloud for AWS wordt uitgevoerd op de AWS-cloud (Amazon Web Services) en wordt aangeboden via AWS Marketplace.
FileMaker Go gebruiken met een FileMaker ID-account
Als u FileMaker Go gebruikt met uw FileMaker ID-account, kunt u de volgende aanvullende taken uitvoeren.
- Als u wilt werken met bestanden die worden gehost door FileMaker Cloud, raadpleegt u Verbinding maken met een bestand dat wordt gehost door FileMaker Cloud.
- Als u uw accountinstellingen wilt wijzigen, meldt u zich aan bij uw FileMaker ID-account, tikt u op het pictogram van uw profiel en tikt u vervolgens op Profiel bewerken. Zie FileMaker Customer Console Help.
- Als u meldingen wilt bekijken over uw account, meldt u zich aan bij uw FileMaker ID-account, tikt u op uw profiel en tikt u vervolgens op Meldingen. Zie FileMaker Customer Console Help.
Bestanden openen
Verbinding maken met bestanden
U kunt op twee manieren werken met een FileMaker Pro Advanced-bestand op een iOS-apparaat:
- Een bestand overbrengen en ermee werken op een lokaal apparaat
- Verbinding maken met een gehost bestand
U kunt een bestand overbrengen naar een iOS-apparaat en vervolgens offline werken met een lokale kopie van het bestand op het apparaat. Wanneer u gegevens in het lokale bestand wijzigt, wordt het externe bestand niet bijgewerkt. Raadpleeg Bestanden overbrengen.
Verbinding maken met een gehost bestandAls u vanaf een iOS-apparaat verbinding maakt met een gehost bestand, kunt u interactief werken met gegevens. Wanneer u gegevens op het apparaat wijzigt, worden deze tijdens een sessie bijgewerkt op de hostcomputer en omgekeerd. U kunt verbinding maken met bestanden die door FileMaker Pro Advanced, FileMaker Server, FileMaker Cloud for AWS of FileMaker Cloud worden gehost en die via Wi-Fi of een mobiel datanetwerk worden gedeeld. Raadpleeg FileMaker Pro Advanced Help voor informatie over de inschakeling van FileMaker-netwerksamengebruik.
Als u de instructies hieronder wilt volgen en u aan een bestand werkt, tikt u eerst op en vervolgens op Startpaneel .
Verbinding maken met een bestand dat wordt gehost door FileMaker Pro Advanced, FileMaker Server of FileMaker Cloud for AWS
- Tik op Hosts .
- Kies een host bij Lokale hosts.
Om verbinding te maken met een host die geen gecodeerde verbindingen ondersteunt of waarvan het SSL-certificaat niet kan worden geverifieerd, raadpleegt u Toegestane hosts beheren.
- Kies een bestand.
Als u een bestand wilt zoeken wanneer u bestanden in een lijst weergeeft, gebruikt u het vak Zoeken (veeg omlaag als het niet zichtbaar is).
Verbinding maken met een gehost bestand vanaf het tabblad 'Favorieten' of 'Recente bestanden'
- Tik op Favorieten of Recente bestanden .
- Kies een bestand.
Verbinding maken met een bestand dat wordt gehost door FileMaker Cloud
Als u een FileMaker ID-account hebt, kunt u vanaf het tabblad 'Mijn apps' verbinding maken met een gehost bestand.
- Tik op Mijn apps .
-
Meld u aan bij uw FileMaker ID-account.
Uw teams worden weergegeven in Locaties.
- Tik op een map van een team en kies vervolgens een bestand.
Een host toevoegen
- Tik op Hosts .
- Tik op .
- Typ een IP-adres of een volledige naam. Het gedeelte fmnet:/ hoeft u niet te typen.
- (optioneel) Voer een naam in voor de host. Deze wordt weergegeven in de lijst met hosts.
- Tik op Opslaan.
Aantekeningen
- Op de iPad wordt 'Locaties' weergegeven als een zijbalk op het tabblad 'Mijn apps' en wordt 'Lokale hosts' weergegeven als een zijbalk op het tabblad 'Hosts'.
- Als u lijsten met bestanden wilt vernieuwen, gaat u als volgt te werk:
- op het tabblad 'Hosts' veegt u omlaag om de lijst met beschikbare hosts en bestanden te vernieuwen
- als u een FileMaker ID-account hebt, veegt u op het tabblad 'Mijn apps' omlaag om de lijst met beschikbare bestanden en de metagegevens van onlangs overgebrachte bestanden te vernieuwen
Bestanden overbrengen
Wanneer u een bestand naar een iOS-apparaat overbrengt, maakt u een kopie van het originele bestand. Wanneer u het overgebrachte bestand bijwerkt op uw iOS-apparaat, worden de gegevens die in Go zijn ingevoerd, niet automatisch gesynchroniseerd met het oorspronkelijke bestand. Om gegevens te importeren en te exporteren, moet u FileMaker Pro Advanced gebruiken. Raadpleeg de FileMaker Go Ontwikkelaarsgids.
Aantekeningen
- Maak een back-up van uw bestanden alvorens u ze overbrengt.
- Sluit een bestand voordat u het overbrengt. Het bestand hoeft niet te zijn gedeeld en FileMaker Pro Advanced hoeft niet te zijn gestart.
- Bij de overdracht van een bestand met containervelden die extern opgeslagen gegevens bevatten moet u eerst de containergegevens insluiten. Gebruik in FileMaker Pro Advanced de opdracht Kopie opslaan als en kies Zelfstandige kopie (één bestand). Daarna brengt u de kopie over.
Bestanden overbrengen met een optie voor delen
- Als u aan een bestand werkt, tikt u op en tikt u daarna op Startpaneel .
- Tik op Mijn apps .
- Voer één van de volgende handelingen uit:
- Afhankelijk van uw apparaat tikt u op Op mijn iPhone, Op mijn iPad of Op mijn iPod.
- Als u bent aangemeld bij uw FileMaker ID-account, tikt u op de map van een team.
- Voer één van de volgende handelingen uit:
- Om een bestand naar uw iOS-apparaat over te brengen, tikt u op en kiest u het bestand dat u wilt overbrengen.
- Om een bestand vanaf uw iOS-apparaat over te brengen, houdt u een vinger op een bestand en tikt u op Deel. Kies een optie voor het overbrengen van het bestand. Raadpleeg Opties voor delen kiezen.
- Als u een of meerdere bestanden van uw iOS-apparaat wilt overbrengen, tikt u op Selecteren. Tik op de bestanden die u wilt overbrengen of tik op Alles selecteren en vervolgens op . Kies een optie voor het overbrengen van de bestanden. Raadpleeg Opties voor delen kiezen.
- macOS: Gebruik AirDrop om een bestand rechtstreeks naar uw iOS-apparaat over te brengen.
Bestanden overbrengen met iTunes
-
Sluit uw apparaat aan op uw computer.
Voer de toegangscode in als het apparaat is vergrendeld.
- Selecteer in iTunes het apparaat en klik vervolgens op Bestandsdeling.
- Selecteer FileMaker Go uit de lijst met apps.
- Voer één van de volgende handelingen uit:
- Als u bestanden naar het iOS-apparaat wilt overbrengen, sleept u de bestanden van de computer naar het deelvenster Documenten van FileMaker Go.
- Als u bestanden van het iOS-apparaat naar de computer wilt overbrengen, sleept u de bestanden van het deelvenster Documenten van FileMaker Go naar de computer.
Werken met bestanden en hosts
Als u de instructies hieronder wilt volgen en u aan een bestand werkt, tikt u eerst op en vervolgens op Startpaneel .
Een lokaal bestand op uw apparaat openen
- Tik op Mijn apps .
- Afhankelijk van uw apparaat tikt u Op mijn iPhone, Op mijn iPad of Op mijn iPod en vervolgens op het bestand dat u wilt openen.
Een lokaal bestand hernoemen
- Tik op Mijn apps , Favorieten of Recente bestanden .
- Houd uw vinger op een lokaal bestand en tik op Hernoemen.
Lokale bestanden verwijderen van een apparaat
- Tik op Mijn apps , Favorieten of Recente bestanden .
- Voer één van de volgende handelingen uit:
- Houd uw vinger op een bestand en tik op verwijderen.
- Tik op Selecteren. Tik op de bestanden die u wilt verwijderen of tik op Alles selecteren, tik op en vervolgens op Bestanden verwijderen.
Een bestand toevoegen aan favorieten
- Tik op Mijn apps , Recente bestanden of Hosts .
- Voer één van de volgende handelingen uit:
- Houd uw vinger op een bestand en tik op Favoriet.
- Tik op Selecteren. Tik op de bestanden die u wilt toevoegen aan uw favorieten of tik op Alles selecteren en vervolgens op .
Bij favoriete bestanden wordt op alle tabbladen een weergegeven.
Een bestand verwijderen uit uw favorieten
- Tik op een tabblad.
- Voer één van de volgende handelingen uit:
- Houd uw vinger op een bestand en tik op Uit favorieten verwijderen.
- Tik op Selecteren. Tik op de bestanden die u uit uw favorieten wilt verwijderen en tik vervolgens op .
Het bestand wordt niet van uw apparaat verwijderd; het verdwijnt alleen van het tabblad Favorieten.
Recente bestanden verwijderen
- Tik op Recente bestanden .
- Voer één van de volgende handelingen uit:
- Houd uw vinger op een bestand en tik op Verwijderen.
- Tik op Selecteren. Tik op de bestanden die u wilt verwijderen of tik op Alles selecteren, tik op en vervolgens op Recente bestanden verwijderen.
Het bestand wordt niet van uw apparaat verwijderd; het verdwijnt alleen van het tabblad Recente bestanden.
Bestanden met verschillende systeeminstellingen openen
Als u een bestand met verschillende landinstellingen voor datum, tijd en getallen opent, kunt u ofwel de systeeminstellingen voor het apparaat gebruiken ofwel de instellingen gebruiken die u tijdens het maken van het bestand hebt toegepast.
- Open het bestand.
- Tik op en tik daarna op Instellingen .
- Tik op Systeeminstellingen gebruiken om de landinstellingen op basis van de instellingen van het apparaat of de instellingen van het bestand weer te geven.
Sleutelhanger beheren
Als u wilt vermijden dat u het wachtwoord moet invoeren telkens als u een bestand opent of verbinding maakt met een host, gebruikt u FileMaker Pro Advanced om het bestand zo te configureren dat het toestaat dat het wachtwoord in de sleutelhanger wordt opgeslagen. Daarna slaat u het wachtwoord in FileMaker Go op.
Zo staat u toe dat het wachtwoord wordt opgeslagen:
- Kies in FileMaker Pro Advanced Bestand > Bestandsopties.
- Selecteer op het tabblad Openen de optie Keychain Access toestaan om uw wachtwoord op te slaan.
- Als gebruikers hun identiteit moeten controleren in iOS alvorens FileMaker Go toegang krijgt tot de sleutelhanger, selecteert u iOS-toegangscode vereisen.
Zo slaat u het wachtwoord voor een bestand of een host op:
- Tik in FileMaker Go op Mijn apps of Hosts .
- Tik op en tik daarna op Sleutelhanger beheren .
Als niet wordt weergegeven, tikt u nogmaals op het tabblad.
Als een of meerdere bestanden zo zijn geconfigureerd dat een iOS-toegangscode moet worden ingevoerd, gebruikt u de iOS-identiteitscontrole om toegang tot de sleutelhanger te krijgen.
- Schakel Opslaan in sleutelhanger in.
- (optioneel) Schakel iOS-verificatie vereisen in alvorens FileMaker Go toegang krijgt tot de sleutelhanger.
Opmerking:Deze optie is mogelijk uitgeschakeld of niet beschikbaar afhankelijk van het apparaat en de instellingen van het dialoogvenster ‘Bestandsopties’ in FileMaker Pro Advanced.
Zo verwijdert u een opgeslagen wachtwoord uit de sleutelhanger:
- Tik in FileMaker Go op Mijn apps of Hosts .
- Tik op en tik daarna op Sleutelhanger beheren .
Als niet wordt weergegeven, tikt u nogmaals op het tabblad.
Als een of meerdere bestanden zo zijn geconfigureerd dat een iOS-toegangscode moet worden ingevoerd, gebruikt u de iOS-identiteitscontrole om toegang tot de sleutelhanger te krijgen.
- Als u de sleutelhangervermelding voor een bestand wilt verwijderen, veegt u over de vermelding en tikt u vervolgens op Verwijderen.
Toegestane hosts beheren
Wanneer u probeert verbinding te maken met een host die geen gecodeerde verbindingen ondersteunt of waarvan het SSL-certificaat niet kan worden geverifieerd, toont FileMaker Go mogelijk een bericht alvorens verbinding te maken. Enkele voorbeelden van acties waarbij dit bericht wordt weergegeven, zijn het openen van een bestand dat door FileMaker Pro Advanced of FileMaker Server wordt gehost of het uitvoeren van bepaalde scriptstappen.
Als u dit bericht ziet:
- Selecteer Verbinding altijd toestaan om altijd verbinding te maken met de host. FileMaker Go maakt verbinding met de host en voegt de host toe aan uw lijst met toegestane hosts. Voor deze host ontvangt u geen berichten meer voor dezelfde fout.
- Als u verbinding wilt maken zonder de host toe te voegen aan de lijst met toegestane hosts, klikt u op Verbinden.
- Als u niet zeker weet of u de verbinding met de host wilt toestaan, klikt u op Geen verbinding maken en neemt u contact op met de ontwikkelaar van de app op maat.
Zo verwijdert u een host uit de lijst met toegestane hosts:
- Tik in FileMaker Go op Mijn apps of Hosts .
- Tik achtereenvolgens op en op Toegestane hosts beheren .
Als niet wordt weergegeven, tikt u nogmaals op het tabblad.
- Veeg over de hostnaam en tik op Verwijderen.
Hangsloten van beveiliging
Wanneer u verbinding maakt met een gehost bestand, ziet u mogelijk een hangslot dat de codering van uw verbinding met de host aangeeft. Beveiligde verbindingen zijn met Secure Sockets Layer (SSL) gecodeerd. Als de beveiliging in uw omgeving belangrijk is, moet de serverbeheerder een aangepast SSL-certificaat installeren.
In het scherm Bestand openen:
- betekent dat de verbinding niet gecodeerd is.
- betekent dat de verbinding gecodeerd is maar het SSL-certificaat voor FileMaker Server niet kan worden gecontroleerd. U bent mogelijk verbonden met een server die zich voordoet als het werkelijke doel, waardoor uw vertrouwelijke gegevens risico lopen.
- betekent dat de verbinding met een gecontroleerd SSL-certificaat is gecodeerd.
Nadat een gehost bestand is geopend, verschijnen in de titel van het venster de pictogrammen voor gecodeerde verbindingen.
Aantekeningen
- Als u een bestand wilt openen met een andere account, houdt u uw vinger op een bestandsnaam in de lijst met bestanden en tikt u vervolgens op Aanmelden.
- Als u een bestand wilt openen met een account die wordt voorzien door een OAuth-identiteitsprovider zoals Amazon of Google, kiest u de OAuth-identiteitsprovider in het dialoogvenster Bestand openen. Voer uw accountgegevens in wanneer de webpagina van de provider is geopend.
Vensters beheren
Om vensters te beheren, tikt u op de titel van het venster en doet u het volgende:
- Als u een extra venster vanuit een geopend bestand wilt openen, tikt u op in het venster vanwaaruit u een nieuw venster wilt maken.
- Als u tussen vensters wilt schakelen, scrolt u om door de vensters te bewegen en tikt u vervolgens op het venster waarnaar u wilt schakelen.
- Als u een venster wilt sluiten, scrolt u naar het venster en tikt u vervolgens op .
Werken met gegevens
Records toevoegen en verwijderen
Een record toevoegen
- Tik op:
- iPhone:
- iPad:
- Tik op Record toevoegen .
- Tik op een veld om gegevens in te voeren.
Een record of gevonden reeks records verwijderen
- Ga naar de record of zoek de records die u wilt verwijderen.
- Tik op:
- iPhone:
- iPad:
- Tik op Record verwijderen of op Gevonden records verwijderen .
Werken met records
Werken met gegevens in een veld
- Tik op een veld om gegevens te wijzigen. FileMaker Go slaat uw wijzigingen op als u:
- in de werkbalk boven het toetsenbord op Gereed tikt
- buiten alle velden in een record tikt
- naar de zoekmodus overschakelt
- naar een andere record, weergave of lay-out overschakelt
- Als u gegevens niet correct invoert in een record, kunt u de oorspronkelijke gegevens herstellen indien de gegevens nog niet zijn vastgelegd. Als u de oorspronkelijke gegevens wilt herstellen, tikt u in de werkbalk boven het toetsenbord op en tikt u daarna op Vorige versie record .
- Als u de waarde van een keuzerondje wilt wissen, houdt u uw vinger op het veld. Tik daarna op Verwijderen.
- Als een veld is geconfigureerd als een verborgen invoervak, worden de gegevens weergegeven als stippen. Raadpleeg FileMaker Pro Advanced Help.
- Als een veld is geconfigureerd om automatisch te worden aangevuld, kunt u een lijst met suggesties zien. Bij FileMaker Go op een iPhone tikt u op in het veld om tussen het toetsenbord en de lijst met waarden te schakelen.
- Alle wijzigingen die u maakt, worden ook in het hostbestand doorgevoerd (tenzij u werkt met een bestand dat u naar uw apparaat hebt overgebracht).
Navigeer van veld naar veld
- Tik op een veld.
- Tik in de werkbalk voor bewerkingen boven het toetsenbord op:
- iPhone: of
- iPad: Vorige of Volgende
Huidige datum, tijd of gebruikersnaam in een veld invoeren
- Tik op het veld en tik vervolgens in de werkbalk boven het toetsenbord op
- Tik op een optie:
- Huidige datum voert de huidige datum in een datum-, getal-, tekst- of tijdstempelveld in.
- Huidige tijd voert de huidige tijd in een tijd-, getal- of tekstveld in. (U kunt Huidige tijd ook kiezen om de huidige tijd en datum in een tijdstempelveld in te voegen.)
- Huidige gebruikersnaam voert de huidige gebruikersnaam in zoals deze in Instellingen is opgegeven.
Meerdere waarden uit een keuzelijst selecteren
- Tik op het veld en kies een waarde.
- Tik nogmaals op het veld.
- Tik op het einde van de geselecteerde waarde.
- Selecteer meerdere waarden.
Werken met webviewers
Als een lay-out meerdere web viewers bevat, geeft FileMaker Go weer bovenaan de web viewers die inactief zijn.
Tik op een webviewer om deze actief te maken. Tik opnieuw om links te activeren of sleep om te scrollen.
Aantekeningen
- Als u Autocorrectie wilt uitschakelen, tikt u achtereenvolgens op en op Instellingen .
- Bepaalde toetsaanslagen werken anders op sommige externe toetsenborden. Raadpleeg de FileMaker Go Ontwikkelaarsgids.
FileMaker-lay-outs en -weergaven selecteren
Een lay-out selecteren
- Tik op .
- Tik op Lay-out .
- Als u naar een andere lay-out wilt gaan, tikt u op de naam ervan.
U kunt elke lay-out in een nieuw venster weergeven. Raadpleeg Vensters beheren.
De weergave van het huidige venster wijzigen
- Tik op en tik daarna op Lay-out .
- Tik bij Weergeven als op Formulier, Lijst of Tabel.
Werken met gegevens in containervelden
U kunt tikken op een containerveld om mediabestanden weer te geven of af te spelen, foto's toe te voegen of te maken, video's toe te voegen of op te nemen, een handtekening in te voegen, geluid toe te voegen of op te nemen, streepjescodes te scannen, bestanden weer te geven of toe te voegen, en gegevens te vervangen of te exporteren.
U kunt ook de scriptstap Invoegen vanaf apparaat gebruiken om inhoud in een containerveld in te voeren. Raadpleeg FileMaker Pro Advanced Help.
Bewegingen gebruiken om te werken met mediabestanden
Zo werkt u met mediabestanden in containers:
- tik dubbel om te schakelen tussen het afspelen en pauzeren van een mediabestand
- knijp uw vingers dicht om het afspelen van het bestand te stoppen
- duw uw vingers uiteen om te schakelen naar de volledige schermweergave
- tik om de regelbalk weer te geven of te verbergen
Zo werkt u met mediabestanden in een schermvullende weergave:
- tik dubbel om in of uit te zoomen
- knijp uw vingers dicht om de schermvullende weergave af te sluiten
- tik om de regelbalk weer te geven of te verbergen
Inhoud toevoegen aan containervelden en ermee werken
- Tik op het containerveld in een record.
-
Als inhoud wordt weergegeven, tikt u op Vervangen .
Om dit te doen Gaat u als volgt te werk Een foto of een video aan een record toevoegen Tik op Foto's . Tik op Filmrol of een album en kies de foto of de video. Een foto of een video maken Tik op Camera . Maak de foto of de video en tik vervolgens op Gebruik foto of Opnieuw. Audio opnemen Tik op Audio . Tik op Start om de opname te starten. Tik op Opslaan om de opname te stoppen en het bestand op te slaan. Een handtekening aan een record toevoegen Tik op Handtekening en voer vervolgens uw handtekening in. Tik op Accepteren om de handtekening op te slaan. Voeg een item uit uw iTunes-bibliotheek aan een record toe Tik op Muziek en kies vervolgens het item uit de iTunes-bibliotheek. Een bestand in een containerveld importeren Om een bestand te importeren vanaf: - het iOS-apparaat, tikt u op Bestanden en tikt u vervolgens op een bestand dat u in het containerveld wilt importeren.
- iCloud Drive of een externe bestandsprovider, tikt u achtereenvolgens op Locaties en op een bestand dat u wilt importeren in het containerveld.
De inhoud van een containerveld exporteren Tik op Exporteren en tik vervolgens op Doorgaan. Kies een optie voor het exporteren van het bestand.
Aantekeningen
- U kunt geen audiobestanden toevoegen die met DRM (Digital Rights Management) zijn beveiligd.
- Raadpleeg Streepjescodes scannen om streepjescodes te scannen.
Werken met scripts
Zo voert u een script uit:
- Tik op .
- Tik op Scripts .
- Tik op een script.
Tik op het scherm om een actief script te stoppen.
Aantekeningen
- Als de scriptstap ‘Onderbreken door gebruiker toestaan’ is ingesteld op Off, kunt u het script niet stoppen.
Streepjescodes scannen
U kunt een streepjescode in een containerveld of een tekstveld scannen. U kunt ook de scriptstap ‘Invoegen vanuit apparaat’ in FileMaker Pro Advanced gebruiken om streepjescodes te scannen. Raadpleeg FileMaker Pro Advanced Help.
Een streepjescode in een containerveld scannen
- Tik op het containerveld.
- Als u bestaande gegevens in een containerveld vervangt, tikt u op Vervangen .
- Tik op Streepjescode en gebruik de camera om de streepjescode te scannen.
Een streepjescode in een tekstveld scannen
- Tik op het tekstveld.
- Tik op en tik daarna op Streepjescode .
- Gebruik de camera om de streepjescode te scannen.
Tips voor het scannen van streepjescodes
- Houd het iOS-apparaat 7 tot 13 cm van de streepjescode in een heldere omgeving.
- Beweeg het apparaat niet terwijl FileMaker Go de streepjescode scant.
- Wanneer u streepjescode scant die zich dicht bij elkaar bevinden, richt u de camera op één enkele streepjescode per keer.
- Als u de camera gebruikt om een streepjescode te scannen, hoort u een pieptoon nadat de streepjescode is gescand.
Gegevens afdrukken
FileMaker Go drukt records af op basis van de geselecteerde lay-out.
- Tik op en tik daarna op Afdrukken .
- Kies de gewenste afdrukinstellingen.
- (optioneel) Om een nieuw papierformaat toe te voegen, tikt u achtereenvolgens op Papierformaat en Bewerken. Tik op Eigen formaat toevoegen . Voer de informatie voor het nieuwe papierformaat in. Tik achtereenvolgens op Opslaan en Gereed.
Zorg ervoor dat het nieuwe papierformaat is geselecteerd.
- Tik op Afdrukken.
- Kies printeropties en tik vervolgens op Afdrukken.
Sorteren en zoeken
Records sorteren
Als u records op één veld wilt sorteren, tikt u in de tabelweergave op een kolomkop.
Records sorteren op meerdere velden
- Tik op:
- iPhone: en tik vervolgens op Records sorteren
- iPad:
- Tik in het scherm Sorteervolgorde bewerken op Velden selecteren en selecteer vervolgens de velden waarop u wilt sorteren, in de volgorde waarin u ze wilt sorteren.
- Tik op om terug te gaan.
-
Gebruik de volgende opties:
- Als u wilt dat een nieuwe of gewijzigde record bij het vastleggen van de record meteen op de juiste plaats in de aangepaste volgorde wordt geplaatst, schakelt u de optie Records in gesorteerde volgorde behouden in. Als deze optie is uitgeschakeld, blijven nieuwe of gewijzigde records op dezelfde positie in de sorteervolgorde staan tot u een zoekopdracht uitvoert of de records op andere criteria sorteert.
- Als u de volgorde van een veld in de sorteerlijst wilt wijzigen, tikt u op en sleept u het veld omhoog of omlaag.
- Als u een veld uit de sorteerlijst wilt verwijderen, tikt u op het veld in de sorteervolgorde, tikt u op en tikt u op Verwijderen.
- Als u de sorteervolgorde wilt aanpassen, tikt u op het veld in de sorteerlijst. Tik achtereenvolgens op een optie en op .
- Wanneer het bestand een resuméveld bevat en u opnieuw wilt sorteren op resumétotalen, tikt u op een veld in de sorteerlijst. Schakel Volgorde wijzigen op basis van resumétotalen in. Kies het resuméveld en tik vervolgens op .
- Tik op Sorteren.
Records opnieuw in aanmaakvolgorde plaatsen
- Tik op:
- iPhone: en tik vervolgens op Records sorteren
- iPad:
- Tik op Sorteren opheffen.
Aantekeningen
- U kunt een ander venster openen om dezelfde gegevens anders te sorteren.
- Als u eerder op meerdere velden hebt gesorteerd en op een kolomkop tikt, zal de sorteercriteria voor het geselecteerde veld wijzigen maar blijft de vorige sorteervolgorde voor de andere velden behouden.
- U kunt alleen velden sorteren die zich in de huidige lay-out bevinden. Gebruik een script om velden te sorteren die zich in een andere lay-out bevinden.
Records zoeken
U kunt in de velden van een lay-out snel zoeken naar informatie. U kunt echter ook een complexere zoekopdracht opgeven in de zoekmodus.
U kunt een nieuwe zoekopdracht maken om op te geven welke gegevens u wilt zoeken. U kunt ook opgeven welke gegevens u wilt weglaten. U kunt bijvoorbeeld zoeken naar alle facturen, behalve de facturen die in de afgelopen 30 dagen zijn gemaakt.
Snel zoeken
- Tik op .
- iPad: tik op Snel zoeken .
- Typ één of meer woorden in het tekstvak Zoeken en tik daarna op Zoeken.
Records zoeken die aan criteria voldoen
- Tik op .
- Tik op Nieuwe zoekopdracht maken .
-
In de zoekopdracht voert u de criteria in die u in een veld wilt zoeken. Als u bijvoorbeeld wilt zoeken naar records waarvan het veld Woonplaats de waarde Amsterdam bevat, tikt u op het veld Woonplaats en typt u Amsterdam.
Hieronder vindt u meer informatie over zoekoperatoren waarmee u criteria kunt opgeven.
- (optioneel) Als u een AND-zoekopdracht wilt uitvoeren, typt u in dezelfde zoekopdracht extra criteria in andere velden. U kunt bijvoorbeeld een zoekopdracht uitvoeren waarbij het veld Woonplaats de waarde Amsterdam bevat en het veld Achternaam de waarde Smits bevat.
- (optioneel) Als u een OR-zoekopdracht wilt uitvoeren, voegt u een nieuwe zoekopdracht toe:
- iPhone: tik op en tik daarna op Nieuwe zoekopdracht
- iPad: tik op
- Tik op Start op het toetsenbord of op Zoeken in de rechterbovenhoek van het venster.
Geef extra criteria op. U kunt bijvoorbeeld een zoekopdracht uitvoeren waarbij het veld Woonplaats de waarde Amsterdam OF Parijs bevat.
Records zoeken die niet voldoen aan criteria
- Tik op .
- Tik op Nieuwe zoekopdracht maken .
- Tik op en tik daarna op Overeenkomsten weglaten.
- Voer de criteria in die u wilt overslaan in een veld en tik vervolgens op Start op het toetsenbord of op Zoeken in de rechterbovenhoek van het venster.
Het nummer in het vergrootglas geeft het aantal zoekopdrachten aan.
Voor informatie over geavanceerde zoekopties raadpleegt u Zoekopdrachten wijzigen.
Zoekresultaten bekijken
Na een zoekopdracht veegt u met twee vingers of tikt u op de pijlen om door de records te scrollen.
- Als u alle records wilt zien, tikt u op en tikt u daarna op Alles tonen .
- Als u de verborgen (weggelaten) records wilt zien, tikt u op en tikt u daarna op Weggelaten records tonen .
- Als u wilt schakelen tussen de weergave van de weggelaten records en de gevonden reeks records, tikt u op en tikt u daarna op .
Aantekeningen
- Als u door gevonden zoekopdrachten wilt bladeren, tikt u in de modus Zoeken onder in het scherm op de pijl Volgende of Vorige.
- Om een zoekopdracht te verwijderen, tikt u achtereenvolgens op onder in het scherm in de modus Zoeken en op Zoekopdracht verwijderen .
Zoekoperatoren
In de zoekmodus kunt u de volgende operatoren gebruiken. De enige operator die door Snel zoeken wordt ondersteund, is het dubbele aanhalingsteken (" ").
Operator | Beschrijving |
---|---|
= | overeenkomstig met hele woord (of overeenkomst leeg) |
== | overeenkomstig met volledige veld |
! | dubbele waarden zoeken |
< | kleiner dan |
<= | kleiner dan of gelijk aan |
> | groter dan |
>= | groter dan of gelijk aan |
... | bereik |
// | huidige datum |
? | ongeldige datum of tijd |
@ | één willekeurig teken |
# | één willekeurig cijfer |
* | nul of meer tekens |
\ | volgend teken escapeteken |
"" | overeenkomstig met aantal woorden (vanaf begin woord) |
*"" | overeenkomstig met aantal woorden (vanaf willekeurige positie) |
~ | flexibel zoeken (alleen Japans) |
Zoekopdrachten wijzigen
Nadat u in de modus Zoeken een zoekopdracht hebt uitgevoerd, kunt u deze wijzigen.
De laatste zoekopdracht wijzigen
- Voer in de zoekmodus een zoekopdracht uit. Raadpleeg Records zoeken.
- Tik op en tik vervolgens op Laatste zoekopdracht wijzigen .
- Voer de zoekcriteria in.
- Tik op Zoeken.
Zoekopdrachten verfijnen
- Voer in de zoekmodus een zoekopdracht uit.
- Tik op en tik daarna op Gevonden reeks beperken .
- Typ de criteria om de zoekopdracht te verfijnen en tik op Zoeken.
Zoekopdrachten verruimen
- Voer in de zoekmodus een zoekopdracht uit.
- Tik op en tik daarna op Gevonden reeks uitbreiden .
- Typ de criteria om de zoekopdracht te verruimen en tik op Zoeken.
Records uit een gevonden reeks verbergen
Alle records die zich niet in de gevonden reeks bevinden, worden weggelaten. U kunt aanvullende records uit de gevonden reeks weglaten zonder een nieuwe zoekopdracht uit te voeren.
Weggelaten records worden tijdelijk verwijderd uit de gevonden reeks. Deze bestaan nog steeds in het bestand.
- Voer in de zoekmodus een zoekopdracht uit.
- Als u een specifiek record weglaat, gaat u naar dat record in de gevonden reeks.
- Tik op en tik daarna op Records weglaten .
-
Als u het huidige record wilt weglaten, tikt u op Weglaten. Of typ het aantal records dat u wilt weglaten. Vanaf het huidige record wordt het opgegeven aantal records weggelaten uit de gevonden reeks.
Tip: als u niet weet hoeveel records na het huidige record volgen, geeft u een hoge waarde op. FileMaker Go geeft het aantal records weer dat u kunt weglaten.
Als u de weggelaten (verborgen) records wilt zien, tikt u op en tikt u daarna op Weggelaten records tonen .
Gegevens delen
Gegevens opslaan en verzenden
U kunt een kopie van een lokaal bestand, de inhoud van een veld of een snapshot-linkbestand opslaan of verzenden.
Een kopie van een bestand opslaan of verzenden
- Open het lokale bestand.
- Tik achtereenvolgens op en op Opslaan / Verzenden als .
- Tik op Database.
- (optioneel) Verander de bestandsnaam.
- Tik op Doorgaan.
- Kies een optie. Raadpleeg Opties voor delen kiezen.
De inhoud van een veld opslaan of verzenden
- Ga naar het record met het veld.
- Tik op het veld met de gegevens.
- Tik op .
- Tik op Opslaan / Verzenden als .
- Tik op Veldinhoud.
- (optioneel) Verander de bestandsnaam.
- (optioneel) Kies een afbeeldingsgrootte voor een containerveld met afbeeldingen.
- Tik op Doorgaan.
- Kies een optie. Raadpleeg Opties voor delen kiezen.
Records opslaan of verzenden als een snapshot-linkbestand
- Zoek de records die u wilt opslaan als een link naar snapshot. Raadpleeg Records zoeken.
- Tik op .
- Tik op Opslaan / Verzenden als .
- Tik op Link naar snapshot.
- (optioneel) Verander de bestandsnaam.
- Kies Records die worden doorgebladerd of Huidige record.
- Tik op Doorgaan.
- Kies een optie. Raadpleeg Opties voor delen kiezen.
Records opslaan, verzenden en afdrukken als PDF's
PDF’s worden gemaakt op basis van de instellingen in het dialoogvenster Printerinstelling.
Meer informatie over het instellen van de scriptstap ‘Records opslaan als PDF’ voor FileMaker Go vindt u in FileMaker Pro Advanced Help.
- Zoek de records die u wilt opslaan, verzenden of afdrukken. Raadpleeg Records zoeken.
- Geef de lay-out en weergave weer.
- Tik op en tik daarna op .
- Kies de afdrukinstellingen voor het maken van het PDF-bestand.
- Tik op PDF.
- (optioneel) Verander de bestandsnaam.
- Tik op Doorgaan.
- Kies een optie. Raadpleeg Opties voor delen kiezen.
Records exporteren
- Zoek de te exporteren records. Raadpleeg Records zoeken.
- Geef de lay-out weer.
- Tik op en tik daarna op Exporteren .
- (optioneel) Verander de bestandsnaam.
- Kies een bestandstype.
- Selecteer de velden die u wilt exporteren. Tik daarna op Gereed.
- (optioneel) Schakel Lay-outopmaak gebruiken in om getal-, datum- en tijdgegevens op te maken met de veldopmaak die in de huidige lay-out is opgegeven.
- Tik op Doorgaan.
- Kies een optie. Raadpleeg Opties voor delen kiezen.
Opties voor delen kiezen
Kies een van de volgende opties om een exemplaar van een bestand te delen wanneer u records exporteert, bestanden overbrengt, gegevens opslaat en verzendt of records opslaat, verzendt en afdrukt als PDF’s:
- AirDrop, Mail, Berichten of een andere service
- iCloud Drive of een externe bestandsprovider
- een andere app of een andere versie van FileMaker Go
U moet mogelijk naar rechts of links scrollen om bepaalde opties te zien.
Sneltoetsen (iOS)
Over sneltoetsen
U kunt sneltoetsen in FileMaker Go gebruiken als u een extern toetsenbord hebt verbonden met uw iOS-apparaat of het Smart Keyboard voor uw iPad Pro hebt bevestigd.
Als u een lijst met sneltoetsen voor veelgebruikte opdrachten wilt zien, houdt u op het toetsenbord de Command-toets ⌘ ingedrukt.
Algemeen
Gebruik deze sneltoetsen om te schakelen tussen modi, bewerkingen te wijzigen of te annuleren en informatie in uw app op maat weer te geven.
Om dit te doen | Drukt u op deze toets |
---|---|
Overschakelen naar de modus Bladeren | ⌘-B |
Overschakelen naar de modus Zoeken | ⌘-F |
Een actief script stoppen | ⌘-.(punt) of Esc |
Het huidige venster sluiten | ⌘-W |
Alle bestanden en vensters sluiten | Option-⌘-W of ⌘-Q |
FileMaker Go Help openen | ⌘-/ |
Het tabblad 'Recente bestanden' openen in het Startpaneel | ⌘-O |
Het tabblad Hosts in het Startpaneel openen | ⌘-Shift-O |
Het tabblad 'Mijn apps' openen in het Startpaneel | ⌘-Option-O |
Eén van de eerste tien scripts in het menu Scripts uitvoeren | ⌘-1 tot en met ⌘-0 |
Een record of zoekopdracht maken | ⌘-N |
Een record of zoekopdracht verwijderen | ⌘-E |
Record verwijderen zonder bevestiging | ⌘-Option-E |
Een record of zoekopdracht dupliceren | ⌘-D |
De laatste zoekopdracht wijzigen | ⌘-R |
Alle records tonen | ⌘-J |
Records sorteren | ⌘-S |
Een record in de modus Bladeren weglaten Records die voldoen aan specifieke criteria in de modus Zoeken weglaten of toevoegen |
⌘-T |
Diverse records weglaten | ⌘-Shift-T |
Records afdrukken | ⌘-P |
Records afdrukken zonder het dialoogvenster Printerinstelling Opmerking: het dialoogvenster ‘Printerinstelling’ van FileMaker Go wordt niet weergegeven, maar wel het afdrukvenster van iOS. |
⌘-Option-P |
De inhoud van een venster vernieuwen | ⌘-Shift-R |
Navigatie
Gebruik deze sneltoetsen om door velden, records en zoekopdrachten te gaan.
Als u wilt navigeren naar | Drukt u op deze toets |
---|---|
Volgende object (veld, knop of tabblad) | Tab |
Vorige object (veld, knop of tabblad) | Shift-Tab |
Volgende record, zoekopdracht, lay-out of pagina | Control-Pijl omlaag |
Vorige record, zoekopdracht, lay-out of pagina | Control-Pijl omhoog |
Waarden invoegen of plakken
Gebruik deze sneltoetsen om waarden in velden in te voeren.
Als u dit wilt invoegen | Drukt u op deze toets |
---|---|
De huidige datum | ⌘-- (koppelteken) |
De huidige tijd | ⌘-; |
De huidige tijd en datum in een tijdstempelveld | ⌘-; |
De naam van de huidige gebruiker | ⌘-Shift-N |
Informatie uit de laatste record | ⌘-' (apostrof) |
Als u dit wilt plakken | Drukt u op deze toets |
---|---|
Tekst zonder tekststijlen | ⌘-Option-Shift-V |
Tekststijl
Gebruik deze sneltoetsen om tekststijlen toe te passen.
Als u deze tekststijl wilt toepassen | Drukt u op deze toets |
---|---|
Vet | ⌘-B |
Cursief | ⌘-I |
Onderstreept | ⌘-U |
Tekstbewerking
Gebruik deze sneltoetsen voor standaardopdrachten voor tekstbewerking in iOS.
Om dit te doen | Drukt u op deze toets |
---|---|
Knippen | ⌘-X |
Kopie | ⌘-C |
Plakken | ⌘-V |
Alles selecteren | ⌘-A |
Ongedaan maken | ⌘-Z |
Opnieuw | ⌘-Shift-Z |