FileMaker-bestandsaccounts bewerken (alleen FileMaker Pro)

U kunt FileMaker-bestandsaccounts maken en bewerken voor individuele gebruikers. U dient aan elke nieuwe account een privilegeset toe te wijzen. Raadpleeg Accounts, privilegesets en uitgebreide privileges.

Met FileMaker-bestandsaccounts:

  • worden accountnamen en wachtwoorden opgeslagen binnen het FileMaker Pro-bestand

  • vereist geen identiteitsprovider of verificatieserver om aan te melden

  • kunt u een lokaal bestand openen dat met een wachtwoord is beveiligd; er is een FileMaker-bestandsaccount met de privilegeset Volledige toegang vereist om wijzigingen aan te brengen aan een account met de privilegeset Volledige toegang

Indien nodig kunt u de prioriteit (of Verificatievolgorde) van FileMaker-bestandsaccounts en van accounts bij een externe server ook samen wijzigen. De prioriteit bepaalt de volgorde die de FileMaker-host gebruikt om in de lijst voor accounttoegang te zoeken naar een geldige gebruiker of groep.

Waarschuwing  Wachtwoorden voor FileMaker-bestandsaccounts worden opgeslagen binnen het FileMaker Pro-bestand en kunnen niet worden hersteld als ze zijn vergeten. Zorg ervoor dat u de accountnaam en het wachtwoord die aan de privilegeset Volledige toegang zijn toegewezen, niet vergeet. Noteer deze gegevens zo nodig en bewaar ze op een veilige plaats. Als u de accountnaam en het wachtwoord verliest of vergeet, krijgt u mogelijk geen toegang meer tot het bestand en kunt u het niet meer wijzigen.

Zo maakt of bewerkt u een FileMaker-bestandsaccount:

  1. Begin een nieuwe of bestaande FileMaker-bestandsaccount te bewerken in het dialoogvenster Beveiliging beheren.

    Raadpleeg Accounttoegang instellen en bewerken.

  2. Kies bij Verifiëren via de optie FileMaker-bestand of Externe server.

  3. Klik op Nieuw om een nieuwe account te maken. Selecteer een bestaande account om deze te wijzigen.

  4. Kies in het deelvenster voor gegevens, bij Verifiëren via, de optie FileMaker-bestand.

  5. Voer bij Accountnaam de accountnaam in of wijzig deze.

    Accountnamen zijn niet hoofdlettergevoelig.

  6. Als u het wachtwoord wilt invoeren of wijzigen, klikt u bij Wachtwoord op Potlood-knop en voert u vervolgens het wachtwoord in, om het daarna te bevestigen. Klik op Wachtwoord instellen.

    Wachtwoorden zijn hoofdlettergevoelig. Wanneer u een wachtwoord maakt, zorgt u ervoor dat de Caps Lock-toets op het toetsenbord is uitgeschakeld.

  7. Als u wilt dat de gebruiker van een account een nieuw wachtwoord opgeeft bij de volgende aanmelding, kiest u Verplichte wachtwoordwijziging bij volgende aanmelding.

  8. Bij Privilegeset kiest, maakt of bewerkt u een privilegeset.

    Raadpleeg Privilegesets maken en bewerken.

  9. Selecteer het selectievakje om de account actief te maken.

    Maak accounts inactief, bijvoorbeeld om privilegesets in te stellen voordat gebruikers zich kunnen aanmelden.

Opmerkingen 

  • Voor FileMaker-bestandsaccounts kunt u privilegesets instellen zodat wachtwoorden regelmatig moeten worden gewijzigd. Raadpleeg Overige privileges bewerken.