Verbinding maken met externe gegevensbronnen
Gegevensbronnen bieden toegang tot gegevens uit andere FileMaker-bestanden en ODBC-databases. U kunt verbinding maken met:
-
FileMaker-gegevensbronnen
-
de Claris Studio-gegevensbron van uw team (alleen Claris Pro)
-
ODBC-gegevensbronnen (koppelingen naar externe ODBC-bestanden)
Nadat u gegevensbronnen hebt gedefinieerd, kunnen gegevens uit de FileMaker-tabellen, Claris Studio-tabellen (alleen Claris Pro) of ODBC-tabellen worden gebruikt op vrijwel alle plaatsen waarop u gegevens gebruikt in een lokaal bestand (bijvoorbeeld in lay-outs en in scripts).
Voer de stappen hieronder uit voor het type gegevensbron dat u wilt toevoegen.
Zo voegt u een FileMaker-gegevensbron toe:
-
Wanneer de database is geopend, kiest Bestand > Beheren > Externe gegevensbronnen.
-
Klik op Nieuw.
Het dialoogvenster Gegevensbron bewerken verschijnt op het scherm. Standaard is bij Type FileMaker geselecteerd.
-
Voer een naam voor de gegevensbron in.
Dit is de naam die verschijnt bij de aanmelding en in andere dialoogvensters.
-
Klik op de knop Bestand toevoegen.
-
Selecteer een FileMaker-bestand dat u aan het bestandspad wilt toevoegen.
-
Klik op Openen om het pad voor dit bestand toe te voegen aan de lijst met bestandspaden.
Elke benoemde FileMaker-gegevensbron kan uit een of meer bestandspaden bestaan. Gebruik bestandspaden voor meerdere bestanden wanneer FileMaker Pro een lijst met potentiƫle bestanden moet zoeken. Raadpleeg Bestandspaden maken.
U kunt ook bestandspaden toevoegen door ze rechtstreeks in de lijst met bestandspaden te typen. Elk bestandspad moet op een aparte regel worden weergegeven.
-
Klik op OK om de gegevensbron op te slaan.
Benoemde gegevensbronnen verschijnen in het dialoogvenster Externe gegevensbronnen beheren in de volgorde waarin ze zijn gemaakt. U kunt de namen ook weergeven in alfabetische of in een aangepaste volgorde.
De kolom Type geeft aan of de gegevensbron een FileMaker- of ODBC-gegevensbron is. In de kolom Details worden bestandspaden weergegeven.
Opmerking U kunt ook in het dialoogvenster Database beheren het tabblad Relaties selecteren en klikken op . Kies in het dialoogvenster Tabel opgeven voor Gegevensbron de optie FileMaker-gegevensbron toevoegen. Raadpleeg Tabelvermeldingen toevoegen en selecteren.
Raadpleeg FileMaker-gegevensbronnen bewerken.
Een tabel toevoegen uit een Claris Studio-gegevensbron (alleen Claris Pro):
-
Kies met de Claris Pro-database geopend Bestand > Beheren > Database.
-
Klik op het tabblad Relaties en klik vervolgens op .
-
Kies in het dialoogvenster Tabel opgeven voor Gegevensbron de optie Claris Studio-gegevensbron.
Als er geen Claris Studio-gegevensbron beschikbaar is, kiest u Claris Studio-gegevensbron toevoegen (deze optie is alleen beschikbaar voor teambeheerders in het huidige team).
Selecteer vervolgens de tabelnaam uit de lijst met tabellen.
Raadpleeg Werken met een Claris Studio-gegevensbron (alleen Claris Pro).
Zo voegt u een ODBC-gegevensbron toe:
Belangrijk Voordat u een SQL-gegevensbron maakt, moet u via een ODBC-stuurprogramma verbinding maken met de externe gegevensbron en DSN's instellen. Raadpleeg Een ODBC-clientstuurprogramma configureren.
-
Wanneer de FileMaker-database is geopend, kiest Bestand > Beheren > Externe gegevensbronnen.
-
Klik op Nieuw.
-
Bij Type selecteert u ODBC.
-
Voer een naam voor de gegevensbron in.
Namen mogen niet langer zijn dan 100 tekens.
-
Klik bij DSN op de knop Opgeven.
-
Selecteer in het dialoogvenster ODBC-gegevensbron selecteren de systeem-DSN waarmee u wilt werken vanuit dit FileMaker Pro-bestand.
-
Stel andere opties in. Raadpleeg ODBC-gegevensbronnen bewerken.
-
Klik op OK.
De gegevensbron is nu vermeld in het dialoogvenster Externe gegevensbronnen beheren.
Opmerking U kunt ook in het dialoogvenster Database beheren het tabblad Relaties selecteren en klikken op . Kies in het dialoogvenster Tabel opgeven voor Gegevensbron de optie ODBC-gegevensbron toevoegen. Raadpleeg Tabelvermeldingen toevoegen en selecteren.
Zo verwijdert u een externe gegevensbron:
-
Selecteer in het dialoogvenster Externe gegevensbronnen beheren de ongewenste gegevensbron in de lijst.
-
Klik op Verwijderen.
Hiermee wordt alleen de koppeling tussen de gegevensbron en het huidige FileMaker Pro-bestand verwijderd. De gegevensbron is nog steeds beschikbaar om een koppeling naar andere FileMaker-databases te maken.
-
Klik op OK.